Annelies Marie (Anne) Frank is geboren in Frankfurt op 12 juni 1929. Ze is gestorven op 1 maart 1945 in Bergen Belsen. Anne Frank had een hele fijne jeugd. Ze had heel erg veel vrienden. Haar zus heette Margot de namen van haar ouders waren: Edith en Otto. Toen Hitler aan de macht kwam in Duitsland en de Joden ging haten, vluchtte de familie Frank naar Amsterdam. Omdat er in Nederland nog niks van de oorlog te merken was, ging Anne gewoon naar school en haar vader had ook werk bij een kantoor. Maar toen ook in Nederland de oorlog begon en Hitler ook hier de Joden ging vervolgen, dook de familie Frank onder. Dat deden ze in het Achterhuis. Het was achter een kast in het huis van het kantoor van de vader van Anne. Miep, een goede vriendin, en een vrouw die ook in het kantoor werkte, hielp de familie Frank. Later kwamen er ook nog andere mensen bij. Een familie met een moeder een vader en een zoon. En een man, die dokter was. Het waren allemaal Joden. Het leven was vaak heel erg saai. Je mocht overdag geen kabaal maken. Dus zelfs niet hoesten. En je mocht overdag ook niet naar de toilet. Anne heeft 2 jaar in het achterhuis gewoond. Daarna zijn ze verraden. Anne werd samen met haar familie en de andere mensen, die ook in het achterhuis woonden, meegenomen naar het concentratiekamp Bergen Belsen. Zij zelf overleefde de oorlog niet, maar haar vader uiteindelijk wel. Hij liet Anne’s droom wel uitkomen. Anne wilde namelijk een beroemd schrijfster worden. Toen haar vader het dagboek vond, en het las, zag hij meteen, welke gevoelens en gedachten Anne had. Hij liet het boek uitgeven en daardoor is Anne Frank nu zo bekend. In het dagboek stond namelijk veel over hoe Anne in de oorlog leefde. Het boek is nu al miljoenen keren verkocht. Helaas heeft Anne Frank dat zelf niet kunnen meemaken. Zij stierf namelijk aan uitputting en/of vlektyfus.