Concentratciekampen/Jodenachtervolgingen

Vanaf 1942 worden joden vervolgd. Hitler haatte de Joden. Hij zij dat het hun schuld was, dat het met de economie niet goed ging. Hij vergeleek de Joden met ratten. Waarom veel mensen het met hem eens waren, was, omdat Hitler ervoor zorgde, dat het juist wel heel erg goed ging met de economie in Duitsland. In 1942 krijgt iedereen een oproep van de gemeente. Het is een brief waar in staat of je een Jood bent of niet. De brief moest je dan teruggeven, en zo kwamen de Duitsers erachter waar de Joden zaten. Ook moesten de Joden een Jodenster dragen. Het was een gele ster met het woord Jood erin. Je kon ze kopen bij een naaiwinkel. Per persoon kreeg je 6 sterren. Die ster moest je als Jood altijd dragen als je de straat opging. Als je, je ster niet droeg en je werd gecontroleerd door de Duitsers, dan kon het goed zijn dat ze je meenamen. In 1942 kwamen ook de Joden-achtervolgingen. Een bekende vorm daarvan was een zogenaamde razzia. Een razzia betekent: dat heel veel Joden bij elkaar worden gedreven en worden opgepakt. De Duitsers konden ook steeds makkelijker Joden oppakken. Er was namelijk een speciale Joodse wijk. Dit was een wijk voor alleen Joden. Er waren alleen Joodse kappers, Joodse bakkers, Joodse slagers en ga zo maar door. Want de Joden mochten in de normale wereld helemaal niets meer. Ze mochten niet meer naar het zwembad of naar de dierentuin. De Duitsers achtervolgde de meeste Joden door hun huis binnen te dringen en ze dan mee te nemen. Veel Joden vonden dit heel erg! Ze besloten om onder te duiken. Dat konden ze doen op veel plekken. Bijvoorbeeld op een Boerderij of juist net zo als Anne Frank in een (achter)huis. De gekste plekken werden verzonnen. Helaas zijn er alsnog heel erg veel Joden wel opgepakt. Zij werden naar concentratiekampen gebracht. Zo werden er vanuit heel Nederland; de meeste Joden naar Westerbork(Drenthe) gebracht. Dit was slechts een tussenstop. De Duitsers probeerde Westerbork op een zo goed mogelijk normale stad te laten lijken. Er werden ook dingen gedaan uit het normale leven. Veel Joden dachten ook, dat dit het einde zeker niet kon zijn; maar dat als ze op Transport gingen het wel afschuwelijk zou kunnen worden. In Westerbork moesten de mensen van maandag tot zaterdag werken. Ook de kinderen gingen gewoon naar school. Op zondag had iedereen vrij. Dan kon je bijvoorbeeld gaan sporten. Op dinsdagavond was er ook een theater waar de beste Joodse zangers of acteurs kwamen. Maar als de Joden dan eenmaal de dag van te voren hoorde dat ze op transport moesten, was dat plezierige gevoel weg. De meeste mensen gingen naar: Auschwitz, Bergen Belsen of Sobibor. Ze moeten per trein erheen. Het was een lange – en zware reis. Het duurde soms wel meer dan een week. En als je dan in de zomer ging, dan was het snikheet. Maar ging je in de Winter dan was het afschuwelijk koud. Als ze eenmaal daar waren, werden ze gesplitst. Eerst mannen en vrouwen apart, en dan sterk en zwak. De sterkeren werden nog gebruikt om te werken. De zwakkeren moesten meteen naar de gaskamers. Die gaskamers, zijn namelijk nepdouches. De Duitsers zeiden namelijk, dat de Joden onder de douche mochten. Alleen uit die douches kwam  geen water, maar puur gas. Binnen een paar minuten was iedereen dan dood. Als de Sovjettroepen het kamp Auschwitz binnendringen, leven er nog maar 800 Joden van alle Joden, die er heen waren gebracht. Maar bij kamp Sobibor was de kans nog kleiner om het te overleven. Van alle Joden die daar heen zijn gebracht keerden er maar 30 terug. Veel bewijs bleef er niet achter; maar wel heel erg veel verdriet.

Landen waar vanuit Joden naar concentratiekampen zijn gebracht:

1. Letland

2. Roemenie

3. Griekenland

4. Bulgarije

5. Hongarije                                   

6.Denemarken

7. Frankrijk

8. België

9. Nederland

10. Rusland

11. Duitsland